Ik neem jullie graag mee op weg door ons spijsverteringssysteem. Dit doe ik in een meerluik, omdat het anders teveel ineens wordt. Er is zoveel over te vertellen. Als docent bij de kruidenvakopleiding bij het Kruidenrijk geef ik in het tweede jaar les over de spijsvertering, voeding en voedingsstoffen en al wat daar bij komt kijken. En daarom vind ik het interessant en belangrijk om mijn kennis en ervaring daarin met jullie te delen.

Om te beginnen gaan we kijken naar de meer de fysieke onderdelen, om daarna verder onze spijsvertering in te duiken en daarmee het brein van de buik te ontdekken en wat meer te vertellen over aandoeningen in het spijsverteringskanaal, zoals leaky gut (lekkende darm), prikkelbare darm syndroom, ziekte van Crohn, diarree en verstopping.
Ook voeding en voedingsstoffen en de darmflora zullen aan bod komen.

De spijsvertering is een belangrijk en onmisbaar systeem in ons lichaam, die zorgt dat we voedingsstoffen opnemen en afvalstoffen afvoeren. Het is dus belangrijk dat we voeding met voldoende voedingswaarde tot ons nemen. Als we voeding nemen met weinig voedingswaarde en veel stoffen waar we niets mee kunnen, dan vormen deze een ballast voor ons lichaam. Het zijn afvalstoffen die we via de spijsvertering moeten afvoeren. Het lichaam doet dit via de darmen en nieren. Als er teveel afvalstoffen zijn, dan hebben de darmen en nieren het er te druk mee. Huid en luchtwegen zijn ook organen die helpen bij de afvoer van afvalstoffen. Via deze wegen zul je dan ook meer gaan afvoeren. Je kunt dit ruiken aan zweet en adem.

Wanneer ook deze organen het afvoeren van de te grote hoeveelheid afvalstoffen niet mee aankunnen, zal het lichaam het op gaan slaan in de weefsels. Dit zal leiden tot vervuilingsklachten, zoals reumatische klachten (bv gewrichtsklachten en spierklachten), huidklachten, zoals eczeem en jeuk, hoofdpijn, vermoeidheid, ontstekingen.

Bij het spijsverteringsstelsel zijn veel onderdelen/organen betrokken. Teveel anatomie zal ik jullie besparen, maar we wandelen er even doorheen. Het begint bij de mond en het proces van kauwen. Het enzym amylase wordt hier toegevoegd aan het voedsel om al een begin te maken met de koolhydraat vertering. Het vermalen van het voedsel in deze fase is belangrijk, aangezien de maag geen kiezen heeft. Over dit hele proces heb ik al eens het blog maal-tijd geschreven, lees meer….

Dan slikken we vervolgens de voedselbrij door en komt deze via de slokdarm bij de maag aan. Dit gebeurt met een peristaltiek, dus een soort van knijpbeweging. Als je op z’n kop staat, komt toch je voedsel in je maag terecht. Je maag gaat vervolgens het voedsel kneden en vermengen met allerlei verteringssappen zoals ook maagzuur. In de maag wordt ook vitamine B12 gebonden aan de intrinsic factor, zodat deze goed opgenomen kan worden in de verdere spijsvertering. Belangrijk dus.

Na enige tijd in de maag te hebben verbleven, gaat de brij verder naar de dunne darm. Onmiddellijk gaan er spijsverteringssappen actief op deze brij in. Zij komen uit de darm zelf, maar ook uit de alvleesklier en galblaas en bevatten onder andere spijsverteringsenzymen en galzouten. Ze maken de voedselbrij ook minder zuur, zodat de darmwand niet aangetast wordt.
Overigens is de aanmaak van gal één van de vele functies van de lever.

De dunne darm bepaald wat er opgenomen wordt aan voedingsstoffen en wat doorgaat naar de dikke darm. Wanneer de darmwand niet goed functioneert kan deze teveel doorlaten. We noemen dit een lekkende darm of leaky gut. Daarover in een volgend blog meer.
Als de dunne darm klaar is met analyseren, gaat de brij verder. Inmiddels wel van kleur en structuur verandert natuurlijk. In de dikke darm wordt er voornamelijk nog water onttrokken. Dit water wordt gerecycled. Hier kan dus te weinig of teveel water onttrokken worden, met als gevolg diarree of verstopping. Al kunnen daar veel oorzaken aan ten grondslag liggen.

En dan gaan we loslaten. Uiteindelijk zal de brij via de endeldarm en anus ons lichaam verlaten in een totaal andere vorm dan dat het erin gegaan is (knap van ons systeem toch?). Als het goed is, plonst er uiteindelijk een mooie bruine, stevige drol in het toilet, zonder enig spoor na te laten en die niet blijft drijven.
Het teveel aan vocht wordt met afvalstoffen via de nieren afgevoerd.